Identificatieplicht

Een patiënt identificeren

Elke zorgaanbieder is verplicht de identiteit en het Burgerservicenummer (BSN) van een patiënt vast te stellen aan de hand van een geldig identiteitsbewijs. Voordat een BSN in de administratie opgenomen wordt, is het verplicht om de patiënt te identificeren en het BSN te controleren. Dat gebeurt wanneer een patiënt zich voor het eerst bij de zorgverlener meldt. Deze identiteitscheck bestaat uit het controleren van iemands legitimatiebewijs aan de hand van de pasfoto, het BSN-nummer en een check via bijvoorbeeld het SBV-Z register. Aan de hand daarvan kan nagegaan worden:

  • of een nummer een BSN is;
  • of een bepaalde persoon een BSN heeft en zo ja, welk nummer dat is;
  • aan welke persoon een bepaald BSN is toegekend;
  • of het identiteitsbewijs als ongeldig te boek staat.

Als na deze handelingen vaststaat dat het BSN, de persoonsgegevens en de patiënt bij elkaar horen, mag het BSN worden gebruikt. Het identificeren van een persoon kan ook digitaal.

Identiteitscontrole bij acute zorg

Als verlening van zorg acuut nodig is en er geen tijd is om eerst het BSN te verifiëren en de patiënt te identificeren, geldt een uitzondering op het BSN-gebruik. Als de acute zorg eenmaal is geleverd, moet achteraf alsnog de identiteitscontrole en verificatie van BSN plaatsvinden.