BSN

BSN geen bijzonder persoonsgegeven

Onder de Wet bescherming persoonsgegevens was het BSN een bijzonder persoonsgegeven. Onder de AVG is het BSN geen bijzonder persoonsgegeven meer. Desondanks blijft (voor Nederland) het verbod voor verwerking van BSN gelden zoals we dit al jaren kennen. Anders gezegd: je mag het BSN in Nederland alleen gebruiken als ergens in een wet staat dat het mag (artikel 87 AVG).

Voor zorgaanbieders geldt:

Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz) is van toepassing.

Wanneer is BSN verplicht?

Het burgerservicenummer (BSN) is een persoonsnummer dat in de eerste plaats bedoeld is voor het contact tussen burgers en de overheid. Organisaties buiten de overheid mogen het BSN alleen gebruiken als dat wettelijk is bepaald. Dit geldt bijvoorbeeld voor zorgverleners, zoals huisartsen, apotheken en zorgverzekeraars. Volgens de ‘Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg’ moet je het BSN gebruiken voor identificatie van een patiënt en voor uitwisseling van gegevens tussen zorgaanbieders, indicatieorganen of zorgverzekeraars.

De website van de AP geeft heel specifiek antwoord op de vraag wanneer het BSN in de zorg gebruikt mag worden: BSN op (herhaal)recepten en facturen mag wel, maar op medicijndoosjes, schriftelijke oproepen en afspraken mag het niet.

Als vuistregel kun je vasthouden: ‘tussen zorgverleners (en verzekeraars) onderling: ja’ en ‘tussen zorgverlener en patiënt: meestal nee’.