Elke maand behandelt de AVG-Helpdesk een rechterlijke uitspraak over AVG, privacy of informatieveiligheid. Hierbij zetten we de feiten op een rij en lichten we de uitspraak toe.
Feiten
Een Nederlandse man met persoonlijkheidsproblemen zoekt hulp bij een Nederlandse zorginstelling voor psychische ondersteuning. Na een intakeprocedure en een voortraject wordt hij op de wachtlijst geplaatst voor verdere behandeling. Voordat het hoofdtraject start, overlijdt de man door zelfdoding. De zorginstelling meldt de zelfdoding bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en voert een intern onderzoek uit. Hieruit komt naar voren dat er tekortkomingen in de zorg waren, maar het verband met de zelfdoding blijft onduidelijk.
De weduwe ontvangt het onderzoeksrapport en stelt de zorginstelling toch aansprakelijk. Ze vermoedt dat er sprake is van medische fouten en mogelijk fraude met het medisch dossier. In een kort geding eist ze –op basis van een incident en zwaarwegend belang– inzage in of afgifte van:
- Alle loggegevens en broncodes tot maart 2021.
- De loggegevens van april 2023 die de ICT-leverancier van het elektronisch patiëntendossier (EPD) verzond aan de zorginstelling.
- Een lijst van alle gebruikte programma's die iets aan het medisch dossier van haar man konden toevoegen, verwijderen of veranderen.
- Alle documenten en andere informatie die via andere programma's aan het medisch dossier zijn toegevoegd, verwijderd of veranderd.
De zorginstelling zegt dat er geen sprake is van fraude en dat alle informatie met betrekking tot de zelfdoding uit het patiëntendossier is verstrekt, en zelfs meer dan nodig is. Ook beweert de zorginstelling dat er geen andere gegevens beschikbaar zijn.
Oordeel
De rechter oordeelt dat de weduwe recht heeft om kennis te nemen van gegevens uit het patiëntendossier van haar overleden echtgenoot die betrekking hebben op de suïcide van haar echtgenoot.
Wel moet de weduwe aantonen dat de zorginstelling nog niet alle belangrijke informatie aan haar heeft gegeven en dat deze informatie erg belangrijk is om uit te zoeken hoe de zelfdoding heeft kunnen gebeuren.
Loggingsgegevens, broncodes en applicaties behoren volgens de rechter niet tot het EPD. Bovendien zijn de broncodes eigendom van de ICT-leverancier van het EPD, niet van de zorginstelling. De weduwe heeft dus geen recht om deze in te zien.
Tot slot bepaalt de rechter dat de eis onder punt vier niet terecht is, omdat deze valt onder het lukraak informatie opvragen, zonder duidelijk aan te geven welke specifieke gegevens nodig zijn voor het onderzoek.
Feiten
Een verpleegkundige op de spoedeisende hulp probeerde een patiënt te reanimeren. Op deze afdeling is cameratoezicht. Na de mislukte reanimatie bekeek de verpleegkundige de camerabeelden van het incident en nam deze op met haar privé-telefoon. Vervolgens liet zij de beelden zien aan collega's.
Het ziekenhuis, waar de verpleegkundige werkte, ontsloeg haar om deze actie op staande voet.
Als redenen voor het ontslag gaf het ziekenhuis aan:
- Het filmen van bewakingsbeelden met een privé-telefoon, zonder reden of doel, is niet toegestaan.
- Het tonen van deze beelden aan collega’s.
- De handelwijze van de verpleegkundige is in strijd met de cao, de Gedragscode Integriteit van het ziekenhuis, de Beroepscode voor Verpleegkundigen en Verzorgenden en de gedragscode voor het gebruik van ICMT-diensten binnen het ziekenhuis.
- Het filmen zonder toestemming van betrokkenen wordt gezien als een ontoelaatbare inbreuk op de privacy van de patiënt
De verpleegkundige beweert dat het filmen van de camerabeelden bedoeld was om ervan te leren en om het gesprek met de nabestaanden goed te kunnen voeren. Het ziekenhuis betwijfelt dit. Zij vermoeden dat het filmen gericht was op hilariteit; de klompen van de verpleegkundige vlogen namelijk uit bij het binnenrijden van de patiënt.
Oordeel
Hoewel het volgens de verpleegkundige gebruikelijk is in het ziekenhuis was om beelden terug te kijken, gaat de rechter hier niet in mee. Vanuit moreel besef had de verpleegkundige moeten weten dat het opnemen van dergelijke beelden niet toelaatbaar is.
De bewering dat de beelden bestemd waren voor leerdoeleinden vond de rechter niet goed onderbouwd. Daarbij benadrukt hij dat het opnemen van de beelden zonder toestemming van alle betrokkenen op een privé-telefoon, en het delen hiervan en veel verdergaande inbreuk is op de privacy, dan alleen het terugkijken van de beelden.
Ook bestaat hierbij het risico dat het beeldmateriaal in handen kan komen van derden (als iemand toegang heeft tot haar privé-telefoon).
De rechter kijkt tot slot ook naar de persoonlijke omstandigheden van de verpleegkundige. De verpleegkundige was nog maar kort in dienst, zodoende blijft de financiële schade beperkt. Door het tekort aan zorgmedewerkers verwacht de rechter dat de verpleegkundige weer snel aan het werk is.
De rechter oordeelde dan ook het ontslag op staande voet terecht was.
Feiten
Een patiënt besloot het verslag van een consult bij de neuroloog, waarvan de patiënt vond dat met daarin onjuistheden waren opgenomen, te laten vernietigen. Het ziekenhuis gaf gevolg aan dit verzoek en verwijderde het consult uit het medisch dossier. Vervolgens ging de patiënt naar de geschillencommissie om te klagen over de – in de ogen van de patiënt – onterechte behandeling door de neuroloog. De patiënt hield het ziekenhuis aansprakelijk voor alle kosten die het gevolg waren van de (onterechte) behandeling.
Het ziekenhuis stelde niet in staat te zijn om inhoudelijk op de klacht van de patiënt in te gaan, omdat het consult uit het medisch dossier was verwijderd.
Uitspraak
De geschillencommissie gaf het ziekenhuis gelijk. Door het vernietigingsverzoek van de patiënt was het ziekenhuis niet in staat om de klachten van de patiënt te controleren en daar inhoudelijk op in te gaan. Hierdoor was hoor en wederhoor van de partijen door de geschillencommissie niet mogelijk. Dit is van belang om een zorgvuldige inhoudelijke beoordeling en beslissing te maken. De geschillencommissie verklaarde de klacht van de patiënt daarom niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de geschillencommissie de klacht niet in behandeling kon nemen.
Feiten
Tijdens een overleg in een verpleeghuis besloten verzorgenden om een van de bewoonsters te onthouden van eten en drinken. Een van de verzorgenden was het hier echter niet mee eens en zocht daarom contact met drie partijen: het ministerie van VWS, de medewerker van het verpleeghuis die gaat over de klokkenluidersregeling en Veilig Thuis.
Voordat de verzorgende contact zocht met bovengenoemde genoemde partijen, bekeek deze meerdere keren het elektronisch patiëntendossier (EPD) van de bewoonster en downloadde daaruit informatie om vanuit zijn werkmail naar zijn privémail te sturen.
De verzorgende had echter geen behandelrelatie meer met de bewoonster en zat bovendien ziek thuis. Het inzien, downloaden en versturen van het EPD naar een privé-mailadres was volgens het verpleeghuis ongeoorloofd en daarom werd de verzorgende op staande voet ontslagen.
De verzorgende was echter van mening dat hij een vermoeden van een misstand had gemeld en daarmee onder de bescherming van de Wet Bescherming Klokkenluiders (Wbk) viel. Voor het krijgen van bescherming was het volgens de verzorgende niet verplicht dat de misstand pas later kwam vast te staan. Hij was het dan ook niet eens met het ontslag op staande voet.
Uitspraak
De kantonrechter oordeelde dat er in dit geval geen sprake was van een misstand en dat de verzorgende daarom geen beroep op de beschermingsbepalingen uit de Wbk kon doen.
Ook ontkende de verzorgende niet dat hij richtlijnen en protocollen op het gebied van gegevensverwerking had ontvangen. Het had dus duidelijk voor hem moeten zijn dat hij alleen het EPD mocht inzien als er sprake was geweest van een behandelrelatie met de bewoonster. Daarnaast is het niet toegestaan om een deel of delen van een EPD te downloaden en te versturen naar een privé-mailadres.
Tot slot vindt de rechter dat de zorginstelling een groot belang heeft bij een strikte toepassing van de richtlijnen en protocollen in het kader van privacy van patiënten. Patiënten moeten er op kunnen vertrouwen dat hun privacy wordt gewaarborgd.
Gezien het voorgaande was de kantonrechter van oordeel dat de verzorgende terecht op staande voet was ontslagen.